Verbazing


Verbazing is iets heel anders dan verwondering. Verbazing ontstaat bij verwachting. Je had een verwachting en aan die verwachting werd niet voldaan. Daarover ben je verbaasd.

Bewust zijn en verbaasd zijn

Jarenlang bevond ik mij bij tijd en wijle in een groep mensen die zich bezig zei te houden met bewust zijn. Sommigen van deze mensen hielden zich (ook) heel vaak bezig met verbaasd zijn. Dan sprak iemand zich bijvoorbeeld uit over de verbazing die hij of zij was (verbazing ben je), ten opzichte van ‘dat er zo veel mensen zich lieten inenten tegen Corona’. En ‘het grote onbewust zijn dat er bij zo veel mensen was.’

De verbaasclub

Deze groep mensen (of eigenlijk: het mij bewegen in deze groep mensen) ging mij tegenstaan (na een aantal vervelende asociale neigingen in groepsvorming naar/tegen mij) en het vele verbazen dat sommige mensen om de haverklap deed.
Ik ging deze groep mensen ‘de verbaasclub’ noemen. Misschien was ik wel verwonderd of juist zelf verbaasd over het feit dat mensen die zich bezig houden met bewustzijn, zich zo veel moeten verbazen de hele tijd.

Jezelf profileren door je verbazing uit te spreken

Er zit natuurlijk ook een ander aspect in het je uitspreken over ‘het grote onbewustzijn om jou heen’. Je zegt daarmee: ‘ik ben heel erg bewust.’
Door de verbazing uit te spreken over het onbewustzijn van andere mensen, profileer je jezelf als iemand die heel erg bewust is. (Ik ben verbaasd = Ik ben bewust? Terwijl je zou denken: Ik ben niet verbaasd = Ik ben bewust.)

Dat was misschien wel het grote tegenstaan van mij in het mij bewegen onder ‘mensen die met bewustzijn bezig zijn’. Het profileren. Het manifesteren vanuit een persoonlijke drang. Op een gegeven moment begon het de overhand te nemen en niet alleen met verbazen, maar met meer dingen. Zo ervoer ik dat.

Dat wordt extra vervelend als er (of komt door) een soort leider aan zo’n groep verbonden is die geen goeroe zegt te zijn, maar wel als zodanig gezien (en behandeld) wordt. Zo iemand wordt een soort keurmerk.
Als diegene het gezegd heeft, dan is het zo. En als jij iets zegt dat diegene ‘goed’ vindt, dan ben jij ook heel goed. Zeg je iets anders, of iets dat als ‘anders’ geïnterpreteerd wordt, dan ben je niet zo goed of onbewust of nog niet zo ver.

De neiging ‘een leider te willen volgen’ en de kracht van het spirituele veld

Hoewel ik ooit zeer sterk (nog nooit zo sterk) voelde bij de lezingen van deze soort van leider aanwezig te moeten zijn, ben ik inmiddels blij daar nu weer van verlost te zijn. Ik heb ook geen contact meer met mensen die zich nog wél in die groepen bewegen als anti-deze-leider of als pro-deze-leider of als iets daartussenin.

Onlangs zei iemand tegen mij dat het veld rondom deze leider (of van deze leider zelf) ‘niet zuiver is’. Dat vond ik een interessante uitspraak. Ze maakte er verder geen woorden aan vuil en wist ook niet wat precies onzuiver was.

In feite is niets werkelijk zuiver in deze wereld. Overal loopt iets onzuivers doorheen dat zomaar de kop kan opsteken. Volgens mij is het zaak die onzuiverheid in jezelf te pakken te krijgen.

Ik heb zeer sterk de nadelen ondervonden van de neiging van mensen ‘een leider te volgen’ en ook van ‘de kracht van het spirituele veld’. Ik denk zelf dat het enige wat je daartegenover kunt stellen ‘openheid’ is, maar dat moet wel van twee kanten komen.
Spiritualiteit lijkt heel lief en aardig, het gaat over ‘licht en liefde’ (en vaak ook over ‘vrede’ en dat heeft tot gevolg dat ‘onvertogen woorden’ niet gehoord willen worden en de emotie ‘boosheid’ niet populair is, vooral bij vrouwen niet).

De groep mensen onder wie ik mij bevond, wist dat spiritualiteit van ‘licht en liefde’ niet oké was. Dat had de soort van bewustzijnsleider (ook) gezegd. Bewustzijn leek daarmee een soort overtreffende trap van spiritualiteit. (Een bewust iemand is niet meer spiritueel.)

Door andere woorden te gebruiken, stap je nog niet uit het spirituele veld

Voor licht en liefde kun je eenvoudig andere woorden verzinnen en toch hetzelfde bedoelen. Je noemt dat dan bijvoorbeeld: ‘respect’ en ‘iedereen doet ertoe’. Je drukt je uit in bloemige taal die lief en betrokken klinkt en ondertussen doe je precies wat er in spiritualiteit ook gebeurt: je sluit uit wat jouw persoonlijkheid niet aanstaat en zoekt het niet in jezelf. Je bent niet echt open en je laat jezelf niet werkelijk zien.
Ik heb veel mensen gezien die handelen vanuit een spirituele zelfverzekerdheid. Het is niet werkelijk zelfverzekerd. Het is arrogant en subtiel neerbuigend naar andere mensen. Het is nog steeds een masker. En het heeft vaak ook iets ‘asociaals’ en ‘respectloos’.

Tegen mij werd door middel van beeldspraak met een boom, heel poëtisch en licht en lief gezegd dat ik generaliserend was en andere mensen buitensloot. Zelf ben ik wat meer van ‘dingen maar bij de naam noemen’ dan is het maar duidelijk en kun je het erover hebben.
Daar houdt het spirituele veld helemáál niet van. Je mond wordt dan gesnoerd met ‘je zit (nog veel te veel) in je hoofd’ (of zoiets).
Op subtiele wijze werd ik buitengesloten (en misschien wilde ik dat ook wel).
Ik was zeker generaliserend (je kunt bijna niet anders wanneer je je wilt uiten over een ervaring die nog het meest lijkt op wat ‘narcistisch misbruik’ wordt genoemd en waarbij artificiële krachten een grote rol spelen.)

Ik verbaasde mij niet

Toen dat dus onlangs bij mij gebeurde, dat ik (nogmaals) werd buitengesloten met het argument ‘respect’ en ‘iedereen doet ertoe’ (in de vorm van een poëtische boom), heb ik mij niet verbaasd. Ik werd bevestigd in wat ik verwacht had (en waar ik misschien zelf naar toe werkte).
En ik was ermee akkoord. Ik voelde een soort vrijheid. Ik heb mij geuit over het schervenparadijs waarin ik terecht ben gekomen en wat in hoge mate isolerend werkt omdat mensen die dit niet zelf meegemaakt hebben, niet weten wat dat is. Geen voorstelling van te maken en iedere ervaring van wat ‘narcistisch misbruik’ wordt genoemd, is anders.
Ik heb daar ‘vrede’ mee, maar kan me onmogelijk nog bewegen in groepen waar ‘licht en liefde’ (toch stiekem) de overhand heeft.

Ook een laatste koordje knipte ik door. Ik had nog één ‘vriendin’ die ik van deze groep kende. Zij hield er de gewoonte op na mij mails te sturen over wie ik was (o.a. een elf), wie zij zelf was (miskend, maar heel wijs en bewust), hoe andere mensen waren (stom) en hoe zij de zieligste van de wereld was (en altijd zou blijven, wat ik ook maar als ‘opbeurends’ probeerde).
Ik realiseerde mij plotseling hoe zuigend dit is. Hoe dit wéér een beroep deed op wat ik maar even mijn ‘empathie’ noem. Hoe irritant om te moeten lezen wie jij bent, terwijl je denkt ‘ik ben dat niet, het is wat jij bedacht hebt over mij’. En of dat nou goedschiks of kwaadschiks is: ik wil het niet weten.
Mailen zou eigenlijk slechts gebruikt moeten worden voor het maken van een afspraak en andere ‘zakelijke’ mededelingen. Maar niet om te gaan ‘beppen’ over jezelf en andere mensen. Doe dat in je dagboek (of schrijf een blog).
Ruim in elk geval je eigen rommel op. Mijn vuilniszakken zijn inmiddels tot de nok gevuld met mijn eigen vuilnis.
Ik vind dat je best mag delen over je eigen vuilnis, maar dan op een manier van ‘mijn vuilniszakken zitten vol met dit en dat, maar weet je wat? Ik heb ze in mijn eigen kliko gegooid en ik weet dat het er was, maar ik wil er niet meer induiken. Iedereen heeft vuilnis en iedereen heeft ook bloemetjes in zijn tuin, op zijn balkon of in het parkje om de hoek.’
In het parkje bij mij om de hoek stonden narcisten, zelf heb ik klaproosjes gezaaid. Ik ben niet in blijde verwachting (dat kan tot verbazing leiden), ik zie wel wat er naar boven wil komen.

Eind goed, al goed?

Het zou mij verbazen! Of zal ik het open houden en mij verwonderen? Mijn voorkeur gaat uit naar verwondering. 🙂